Het doel van de Wwft is om het witwassen van opbrengsten uit misdrijven en het financieren van terrorisme tegen te gaan. Bij een constatering wordt er dan van de bank verwacht dat zij adequaat handelt. Deze pagina is bedoeld voor due diligence bij zakelijke en particuliere cliënten die voorwerpen (wapens en munitie) verkopen en/of (in)kopen. Deze pagina bevat handvatten en voorbeelden die kunnen helpen bij het vergewissen van dat de klant integer is, en compliant handelt ten aanzien van de Wwm en aanvullende regelgeving.
Zoals het wettelijk kader binnen compliance wordt gevormd door de Wwft, regeling Wwft, de leidraad Wwft en de Sactiewet, wordt de nationale wetgeving met betrekking tot wapens en munitie wordt gevorm door: de Wet wapens en munitie en de Regeling wapens en munitie.
Naast dit formele kader is voor de uitvoering van de wapenwetgeving Circulaire wapens en munitie van belang. De Wet natuurbescherming biedt ook een aantal bepalingen en uitzonderingen.
Om een wapens te mogen bezitten, is een wapenvergunning nodig. Ook voor handelingen met wapens heeft is een vergunning nodig. Er zijn 4 soorten wapenvergunningen: verlof, ontheffing, erkenning en consent. Verlof (particulier), ontheffing (evenement) en erkenning (bedrijfsmatig) wordt aangevraagd bij de korpschef. Consent wordt aangevraagd bij de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer.
Voor wapens uit categorie III en IV kan men ontheffing worden verleend.
“Een verlof is een vergunning voor een bepaalde handeling, zoals het voorhanden hebben en vervoeren van een (vuur)wapen. Sportschutters en schietverenigingen hebben zo’n vergunning nodig. Het wapenverlof vraagt u aan bij de korpschef. Het is maximaal 1 jaar geldig en kan worden verlengd.”
Lees meer: op justis.nl/
Personen met een vergunning voor het voorhanden hebben van een vuurwapen, kunnen bij de korpschef in hun regio een Europese vuurwapenpas aanvragen. Deze pas is nodig als u met het vuurwapen gaat reizen binnen de EU, bijvoorbeeld om te gaan jagen of voor de schietsport.
Voor wapens uit categorie I en II kan men ontheffing worden verleend.
“Een ontheffing is een specifieke uitzondering op een wettelijk verbod, in dit geval de Wet Wapens en munitie. U kunt bijvoorbeeld een ontheffing krijgen voor een wapen om historische veldslagen na te spelen. U kunt alleen een ontheffing krijgen als u aan bepaalde voorwaarden voldoet.”
Lees meer op justis.nl/
“Een erkenning is een vergunning voor het bedrijfsmatig hanteren van wapens, bijvoorbeeld voor de verkoop, verhuur of reparatie van een wapen. Een erkenning vraagt u bij de korpschef aan en is 5 jaar geldig. Een erkenning kan steeds met 5 jaar worden verlengd.”
Lees meer op justis.nl/
Consenten zijn er voor:
van categorie II- en III-wapens, munitie, en onderdelen van wapens en munitie die niet bestemd zijn voor de openbare dienst of de krijgsmacht. Een consent is dus een vergunning voor invoer, uitvoer of doorvoer van wapens.
Voor consenten en uitvoervergunningen kunt u terecht bij de Belastingdienst / Douane Groningen / Centrale Dienst voor In-en Uitvoer (CDIU).
Lees meer op justis.nl/
In de WWM zijn wapens verdeeld in vier categorieën:
Ongewenste niet-vuurwapens zoals stiletto’s, valmessen, werpsterren of werppennen, vlindermessen, boksbeugels, katapulten, pijlen en nepwapens. sommige messen die niet door metaaldetectoren kunnen worden herkend vallen onder deze categorie.
Categorie I
1°.stiletto’s, valmessen en vlindermessen;
2°.andere opvouwbare messen, indien:
a.het lemmet meer dan een snijkant heeft; of
b.de lengte in opengevouwen toestand langer dan 28 cm is;
3°.boksbeugels, ploertendoders, wurgstokken, werpsterren, vilmessen, ballistische messen en geluiddempers voor vuurwapens;
4°.blanke wapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen;
5°.pijlen en pijlpunten bestemd om door middel van een boog te worden afgeschoten, die zijn voorzien van snijdende delen met de kennelijke bedoeling daarmee ernstig letsel te kunnen veroorzaken;
6°.katapulten;
7°.andere door Onze Minister aangewezen voorwerpen die een ernstige bedreiging van personen kunnen vormen of die zodanig op een wapen gelijken, dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn. (Nader ingevuld in artikel 3. Regeling wapens en munitie.)
Voor wapens uit categorie 1 kan men ontheffing worden verleend.
Relevante artikelen WWM:
Artikel 4 en 13
Militaire (vuur)wapens, zoals automatische vuurwapens en handgranaten en mijnen. Ook voorwerpen met giftige, verstikkende, weerloos makende en traan verwekkende stoffen zoals traangas en pepperspray, vallen binnen deze categorie.
Categorie II
1°.vuurwapens die niet onder een van de andere categorieën vallen;
2°.vuurwapens, geschikt om automatisch te vuren;
3°.vuurwapens die zodanig zijn vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar is dan wel dat de aanvalskracht wordt verhoogd;
4°.vuurwapens die uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen;
5°.voorwerpen waarmee door een elektrische stroomstoot personen weerloos kunnen worden gemaakt of pijn kan worden toegebracht, met uitzondering van medische hulpmiddelen;
6°.voorwerpen, bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen, met uitzondering van medische hulpmiddelen en van vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen, bestemd voor het afschieten van munitie met weerloosmakende of traanverwekkende stof;
7°.voorwerpen bestemd voor het treffen van personen of zaken door vuur of door middel van ontploffing, met uitzondering van explosieven voor civiel gebruik indien met betrekking tot deze explosieven erkenning is verleend overeenkomstig de Wet explosieven voor civiel gebruik.
Voor wapens uit categorie II kan ontheffing worden verleend.
Relevante artikelen WWM:
4, 14, 22, 26, 27, 31.
Pistolen, revolvers, geweren, alarm- en start pistolen/revolvers, werpmessen en toestellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten
Categorie III
1°.vuurwapens in de vorm van geweren, revolvers en pistolen voor zover zij niet vallen onder categorie II sub 2°, 3° of 6°;
2°.toestellen voor beroepsdoeleinden die geschikt zijn om projectielen af te schieten;
3°.werpmessen;
4°.alarm- en startpistolen en -revolvers, met uitzondering van alarm- en startpistolen die:
a.geen loop of een kennelijk verkorte, geheel gevulde loop hebben;
b.zodanig zijn ingericht dat zij uitsluitend knalpatronen van een kaliber niet groter dan 6 mm kunnen bevatten; en
c.waarvan de ligplaats van de patronen en de gasuitlaat loodrecht staan op de loop of op de lengterichting van het wapen.
Voor wapens uit categorie III kan verlof worden verleend.
Relevante artikelen WWM:
4, 14, 22, 24, 26,27,28, 29, 31, 32.
Blanke wapens (messen), zwaarden, degens, sabels, bajonetten, wapenstokken, lucht-, gas- en veerdrukwapens, harpoenen en kruisbogen. Ook voorwerpen die op zich niet als wapen bedoeld zijn, maar wel op die manier gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld een honkbalknuppel tijdens voetbalrellen of een keukenmes tijdens een gevecht) vallen onder bepaalde omstandigheden binnen deze categorie.
Categorie IV
1°.blanke wapens (messen) waarvan het lemmet meer dan een snijkant heeft, voor zover zij niet vallen onder categorie I;
2°.degens, zwaarden, sabels en bajonetten;
3°.wapenstokken;
4°.lucht-, gas- en veerdrukwapens, behoudens zulke door Onze Minister overeenkomstig categorie I, sub 7°, aangewezen die zodanig gelijken op een vuurwapen dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn;
5°.kruisbogen en harpoenen;
6°.bij regeling van Onze Minister aangewezen voorwerpen die geschikt zijn om daarmee personen ernstig lichamelijk letsel toe te brengen;
7°.Voorwerpen waarvan, gelet op hun aard of de omstandigheden waaronder zij worden aangetroffen, redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij zijn bestemd om letsel aan personen toe te brengen of te dreigen en die niet onder een van de andere categorieën vallen.
Voor wapens uit categorie IV kan verlof worden verleend. (alleen voor het dragen)
Relevante artikelen WWM:
4, 26, 27, 29, 31.
De indeling van munitie volgt in grote lijnen de categorie-indeling voor vuurwapens. Categorie II heeft betrekking op munitie die specifiek bestemd is voor wapens van categorie II en zogenoemde ‘oorlogsmunitie’. Categorie III omvat alle overige munitie. Omdat de categorieën I en IV geen vuurwapens bevatten bestaat er geen categorie I noch categorie IV munitie. Munitie voor lucht-, gas of veerdrukwapens is geen munitie in de zin van artikel 1, onder 4, van de WWM omdat het projectiel niet door middel van een vuurwapen wordt afgeschoten.
Ongewenste niet-vuurwapens in categorie I zijn, zonder ontheffing, geheel verboden: zowel het bezit ervan als de handel erin. Tot deze categorie behoren o.a.:
Deze voorwerpen vallen onder categorie I en zijn, zonder ontheffing, geheel verboden: zowel het bezit ervan als de handel erin. Tot deze categorie behoren o.a.:
Blanke wapens is een term die wordt gebruikt voor een grote diversiteit aan houw en steekwapens. Blanke wapens die qua uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen zijn ongewenst en verboden onder categorie I. Door de veelzijdige toepassing blanke wapens, die tevens een ander voorwerp lijken dan een wapen thans zijn, is de invulling subjectief en afhankelijk van de omstandigheden van het geval, voor zover het niet objectief is vastgesteld dat een bepaald voorwerp onder deze categorie valt. Wanneer blanke wapens worden gedragen tijdens rellen, demonstaties, in en rondom stadions, op evenementen of in de binnenstad zijn deze deste eerder aan te merken ongewenst en dienen zij deste minder eennuttig doel. Het bezit en het dragen wordt dan deste eerder aangemerkt als verboden als bedoeld in categorie I. De term blanke wapens komt ook voor in categorie IV voor wapens met een lemmet met veer dan één snijkant, voor zover deze niet onder categorie I vallen.
Een sommige voorwerpen (wapens) worden gezien als speelgoed, als het voldoet aan de Europese speelgoedrichtlijn (Richtlijn 2009/48/EG). Het moet zijn bestemd om door kinderen jonger dan 14 jaar bij het spelen te worden gebruikt. Kinderen jonger dan 14 jaar mogen hier dus gewoon mee spelen op straat.
Ander gebruik van dit speelgoed, dus ermee dreigen of mensen beschieten zoals in de TikTok-challenge, maakt het een verboden wapen volgens de Wet wapens en munitie. Speelgoed dat niet voldoet aan de Europese Speelgoed richtlijn en die qua vorm en afmeting precies lijkt op een echt vuurwapen, is sowieso een verboden wapen van de Wet wapens en munitie. De kleur van het speelgoed is niet belangrijk; voor de wet telt alleen de vorm en de afmeting.
Niet alle voorwerpen die qua uiterlijk gelijken op een ander voorwerp dan een wapen, maar wel gebruikt kunnen worden als wapen, zijn verboden onder categorie I. Door de veelzijdige toepassing zijn deze voorwerpen vrij te verkrijgen en te dragen. Deze voorwerpen die op zich niet als wapen bedoeld zijn, maar wel op die manier gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld een honkbalknuppel tijdens voetbalrellen of een keukenmes tijdens een gevecht) vallen onder bepaalde omstandigheden binnen categorie IV. Op het dragen is ook de nuance aan te brengen dat het niet wijs is om deze te dragen in een veiligheidsrisicogebied of waar dat is verboden bij APV of andere wet- of regelgeving.
Een airsoftapparaat is een lucht-, gas-, of veerdrukwapen met een maximum schotkracht van 3,5 joules, welk wapen voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis toont met vuurwapens. Airsoft apparaten onderscheiden zich in die zin van veelal krachtiger categorie I, sub 7 en categorie IV veer-, gas- of luchtdrukwapens (luchtbuksen). Zie ook wetten.nl – Regeling – Circulaire wapens en munitie 2019 – BWBR0043120 (overheid.nl)
Voor zakelijke klanten geldt dat het verboden is zonder erkenning een wapen of munitie te vervaardigen, te transformeren of in de uitoefening van een bedrijf uit te wisselen, te verhuren of anderszins ter beschikking te stellen, te herstellen, te beproeven of te verhandelen. Dit verbod is ook van toepassing op het onderhandelen over of regelen van transacties voor de aankoop, verkoop of levering van wapens of munitie of het organiseren van de overbrenging van wapens of munitie binnen, naar of vanuit een lidstaat van de Europese Unie. Artikel 9 lid 1 van de WWM. De regels rondom de erkenning van airsoftvereigingen worden nader ingevuld in paragraaf 9a van de Regeling wapens en munitie.
Voor personen geldt dat het verbod op wapens uit categorie I (uit Artikel 13, lid 1, van de WWM.) wordt vrijstelling verleend voor het overdragen, voorhanden hebben en vervoeren van airsoftapparaten voor de beoefening van de airsoftsport in verenigingsverband aan personen die ten minste de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en door middel van een bewijs van lidmaatschap kunnen aantonen lid te zijn van een door de Minister erkende airsoftvereniging. Deze uitzonderring staat in artikel 4, eerste lid, onder e, WWM en wordt nader ingevuld in paragraaf 9a van de Regeling wapens en munitie.
Lucht-, gas- en veerdrukwapens (m.u.v. airsoftapparaten) die zodanig gelijken op een vuurwapen dat zij voor bedreiging of afdreiging geschikt zijn vallen onder catagorie IV. Hoewel er geen specifieke beperkingen zijn met betrekking tot de kracht of het kaliber van luchtbuksen in Nederland, zijn niet alle modellen luchtbuksen zijn in Nederland toegestaan. Er zijn wettelijke eisen gesteld aan het uiterlijk van een luchtbuks. Een luchtbuks mag geen gelijkenis vertonen met een bestaand vuurwapen. Er moet dus altijd een onderscheid duidelijk zijn tussen een luchtbuks en een vuurwapen.
Voor zakelijke klanten geldt dat het verboden is zonder erkenning een wapen of munitie te vervaardigen, te transformeren of in de uitoefening van een bedrijf uit te wisselen, te verhuren of anderszins ter beschikking te stellen, te herstellen, te beproeven of te verhandelen. Dit verbod is ook van toepassing op het onderhandelen over of regelen van transacties voor de aankoop, verkoop of levering van wapens of munitie of het organiseren van de overbrenging van wapens of munitie binnen, naar of vanuit een lidstaat van de Europese Unie. Artikel 9 lid 1 van de WWM. De regels rondom de erkenning worden nader ingevuld in de Regeling wapens en munitie. De vrijstelling van de erkenningsplicht is geregeld in paragraaf 9 van de Regeling Wapens en munitie.
Circulaire wapens en munitie
De belangrijkste informatie voor verenigingsbestuurders van schietsportverenigingen en sportschutters zelf, met betrekking tot het voorhanden hebben en gebruiken van vuurwapens voor de schietsport, is geregeld in de Circulaire wapens en munitie.
In de Circulaire wapens en munitie is een groot aantal registers en staten voorgeschreven. De meeste van die registers en staten moeten voldoen aan het model-KNSA. Deze modellen zijn hier te downloaden.
Iedere persoon die de leeftijd van 18 heeft bereikt mag een luchtbukt kopen en voor handen hebben. Voor personen die de leeftijd van achttien nog hebben bereikt geldt een uitzondering in verenigingsverband. In artikel 26 van de WWM is bepaald dat het alleen verboden is een wapen of munitie van de categorieën II en III (vuurwapens) voorhanden te hebben. In artikel 27 van de WWM is bepaald dat het verboden is om zonder een verlof, een luchtbuks te dragen. Er gelden uitzonderingen voor o.a. optochten en recreatieve doeleinden.
De indeling van munitie volgt in grote lijnen de categorie-indeling voor vuurwapens. Categorie II heeft betrekking op munitie die specifiek bestemd is voor wapens van categorie II en zogenoemde ‘oorlogsmunitie’. Categorie III omvat alle overige munitie. Omdat de categorieën I en IV geen vuurwapens bevatten bestaat er geen categorie I noch categorie IV munitie. De luchtbuksen geschikt voor balletjes in de kalibers .43, .50 en .68 zijn tevens “voorwerpen bestemd voor het treffen van personen met giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende en soortgelijke stoffen” maar vallen daarmee niet onder categorie II onder 6 omdat munitie voor lucht-, gas of veerdrukwapens is geen munitie in de zin van artikel 1, onder 4, van de WWM omdat het projectiel niet door middel van een vuurwapen wordt afgeschoten.
De onderstaande luchtbuksen zijn replica’s en vertonen exacte gelijkernis met bestaande vuurwapens. Er moet dus altijd een onderscheid duidelijk zijn tussen een luchtbuks en een vuurwapen, dat is bij replica’s niet het geval.
De beoefening van de schietsport en de wapenwetgeving zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Immers, het belangrijkste dat de sportschutter nodig heeft bij de beoefening van zijn sport is een vuurwapen dan wel een luchtdrukwapen.
https://www.knsa.nl/de-knsa/wet-en-regelgeving/wet-wapens-en-munitie/
Gebruik de volgende bronnen om de UBO-trail te verifiëren:
a.een uittreksel uit het handelsregister: NL; BE; UK; EU; CH;
b. KvK Crawlers: CompanyInfo; Drimble; Bedrijvenmonitor
c. SBI-tool – CBS
d. Open Corporates en Offshore leaks.
Zie ook Buitenlandse rechtspersonen – Wikipedia
Om witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen dienen Wwft-instellingen ongebruikelijke transacties te melden aan de Financiële inlichtingen eenheid, de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland). Het gaat daarbij om reeds verrichte transacties en om voorgenomen, maar nog niet verrichte, transacties.
Handboek Witwasindicatoren voor medewerkers Belastingdienst – AMLC
Witwasindicatoren – AMLC
Factsheet Cash – AMLC
De instelling dient zo nodig een onderzoek uit te voeren naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden. Bij cliëntenonderzoek is het uitgangspunt dat de Wwft-instelling zo nodig onderzoek verricht naar de bron van de middelen die bij een zakelijke relatie of transactie gebruikt worden. Dit is nodig indien de herkomst van de gelden onduidelijk is. De instelling dient verklaringen en/of objectieve en onafhankelijke documenten over de bron van de middelen als bewijsstukken vast te leggen in het cliëntendossier. Indien nodig stelt de Wwft- instelling aanvullende vragen. Om de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie gebruikt worden te kennen, kan het ook nodig zijn om inzicht te hebben in de vermogenspositie van de cliënt. De instelling draagt zorg voor vastlegging van het uitgevoerde onderzoek naar de bron van de middelen. De diepgang van het onderzoek naar de herkomst van de gelden is afhankelijk van het risico van de transactie.
De instelling dient vast te stellen of de natuurlijk persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en, in voorkomend geval, de identiteit van deze natuurlijk persoon vast te stellen en te verifiëren. Het vaststellen van de bevoegdheid kan doormiddel van het raadplegen van het uittreksel van de Kamer van Koophandel. Hierin staat of een bestuurder alleen of gezamenlijk bevoegd is en of er gevolmachtigden zijn en waartoe zij gevolmachtigd zijn. Vertegenwoordiging kan ook voortvloeien uit een overeenkomst of akte.
De instelling dient redelijke maatregelen nemen om te verifiëren of de cliënt ten behoeve van zichzelf optreedt of ten behoeve van een derde.
Er dient een verscherpt cliëntenonderzoek plaats te vinden indien een zakelijke relatie of transactie naar haar aard een hoger risico vertegenwoordigt. Zie ook:
Handboek Witwasindicatoren voor medewerkers Belastingdienst – AMLC
Witwasindicatoren – AMLC
De zakelijke relatie vindt in ongebruikelijke omstandigheden plaats
Cliënten zijn inwoner van geografische gebieden met een hoger risico
Rechtspersonen of juridische constructies die vehikels zijn voor het aanhouden van persoonlijke activa
Vennootschappen met gevolmachtigde aandeelhouders of met aandelen aan toonder
Bedrijven waar veel geldverkeer in contanten plaatsvindt
De eigendomsstructuur van de vennootschap lijkt ongebruikelijk of buitensporig complex gezien de aard van de vennootschapsactiviteit
Private banking (zie ook het Register van banken van DNB);
Producten of transacties die anonimiteit bevorderen (zie /Crypto)
Zakelijke relaties op afstand of transacties op afstand, zonder sommige garanties, zoals elektronische handtekeningen;
Betalingen die worden ontvangen van onbekende of niet- verbonden derden;
Nieuwe producten en nieuwe zakelijke praktijken, daaronder begrepen nieuwe leveringsmechnismen, en het gebruik van nieuwe of in ontwikkeling zijnde technologieën.
Een bank is op grond van de Wet ter voorkoming en Witwassen en Financieren van Terrorisme (Wwft) verplicht cliëntenonderzoek te verrichten (artikel 3 lid 5 Wwft). De bank is ook verplicht om de zakelijke relatie met een cliënt te verbreken indien zij niet kan voldoen aan het cliëntenonderzoek. Lees meer over de /Exit.