Aan de hand van de Algemene Bankvoorwaarden (ABV), wetgeving en jurisprudentie licht ik toe wanneer een bank de zakelijke relatie met een cliënt kan verbreken en waarmee de bank rekening moet houden wanneer de dienstverlening wordt beëindigd.
Een klantrelatie moet op juiste gronden worden verbroken. De bank heeft hierin een bancaire zorgplicht, dat blijkt uit artikel 2 ABV en dit wordt nader ingevuld met jurisprudentie. De zorgplicht houdt in dat de bank het belang van het betalingsverkeer voor de cliënt moet meewegen bij de opzegging, het is namelijk van groot belang dat (rechts)personen toegang hebben tot het bancaire systeem. De omstandigheden van het geval kunnen met zich meebrengen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een bank gebruik maakt van haar opzeggingsbevoegdheid (artikel 6:248 lid 2 BW en artikel 35 ABV). In de praktijk betekent dit dat de bank moet aantonen dat het belang dat de bank heeft om Wwft-compliant te zijn, zwaarder weegt dan het het belang dat de cliënt heeft bij het behoud van de bankrelatie.
Op de relatie tussen de bank en de cliënt zijn de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing. Een bank is op grond van de Wet ter voorkoming en Witwassen en Financieren van Terrorisme (Wwft) verplicht cliëntenonderzoek te verrichten (artikel 3 lid 5 Wwft). De bank is ook verplicht om de zakelijke relatie met een cliënt te verbreken indien zij niet kan voldoen aan het cliëntenonderzoek (artikel 5 lid 3 Wwft en artikel 35 ABV).
Bij het naleven van de Wwft en het opzeggen van de relatie moet er op de juiste wijze uitvoering worden gegeven aan de bancaire zorgplicht. De bank beschikt op grond van de Wwft niet over eigen opsporingsbevoegdheden, maar zij is afhankelijk van openbare bronnen en informatie die de cliënt verstrekt als antwoord op vragen van de bank. De cliënt moet op zijn beurt informatie verschaffen aan de bank en mee werken aan het cliëntenonderzoek (artikel 2 lid 2, 3 en 7 ABV).
Uit jurisprudentie blijkt dat het niet onredelijk is om termijnen te stellen voor de beantwoording in verband met de voortgang van het cliëntenonderzoek. Het is voor de bank van belang duidelijk te zijn in de uitleg en coulant te zijn met de termijnen als de omstandigheden van het geval daarom vragen. Het moet voor de cliënt mmers ook handelbaar zijn om de voldoen aan de zorgplicht aan zijn kant (artikel 2 lid 2 ABV).
Het kan zijn dat ze cliënt zich beroept op ‘privacy‘ of meent dat de vragen niet relevant zijn. De bank mag in ieder geval vragen naar:
a) de activiteiten en doelen van de cliënt
b) waarom de cliënt een product of dienst van afneemt of wilt afnemen
c) hoe de cliënt is gekomen aan het geld dat hij bij de bank onderbrengt (artikel 3 ABV)
In de Algemene Bankvoorwaarden wordt het cliëntenonderzoek niet expliciet genoemd. Het verlenen van medewerking aan het cliëntenonderzoek valt onder artikel 2 lid 2, de zorgplicht van de cliënt naar de bank. Dat wil zeggen dat de cliënt wordt geacht zorgvuldig te zijn tegenover de bank. De cliënt moet zo goed mogelijk rekening moet houden het belang dat de bank heeft om compliant te zijn (artikel 3 Wwft) en zich te kunnen verantwoorden naar de toezichthouder DNB (artikel 2 lid 2, 3 en 7 ABV).
Als antwoorden van de klant onvolledig of onjuist zijn, of inconsistenties bevatten leidt dat terecht tot nieuwe vragen. Om het cliëntenonderzoek af te ronden kan de bank vragen blijven stellen om te voldoen aan haar eigen Wwft-verplichting. Als het cliëntenonderzoek niet kan worden afgerond omdat de bank onvolledige of onjuiste informatie ontvangt is het opzeggen van de relatie al te rechtvaardigen mits is er voldaan aan de bancaire zorgplicht en de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.
De cliënt of vertegenwoordiger van de cliënt kan aangeven dat hij de Nederlandse taal niet machtig is of niet begrijpt wat er van hem wordt gevraagd. Neem als bank in dat geval contact op met de cliënt en vraag of de gestelde vragen duidelijk waren. Door rekening te houden met de positie van de cliënt en door coulant te zijn, voldoet de bank aan haar zorgplicht.
De bank dient de cliënt in de gelegenheid te stellen elders een bankrekening te openen. De cliënt moet zich op zijn beurt aantoonbaar inspannen om elders een bankrekening te openen. Het beëindigen van een bankrelatie is een zeer ingrijpend middel, zeker wanneer dit tot gevolg heeft dan de cliënt geen Nederlandse bankrekening meer heeft. De zwaarte van dit belang kan worden gemitigeerd door de mogelijkheid dat andere Europese banken bereid zijn de cliënt een rekening aan te bieden. Dit is ondanks de praktische bezwaren een uitweg voor de cliënt.
Om de relatie te beëindigen moet de bancaire zorgplicht in acht worden genomen. Wanneer de bank vanaf het begin van het cliëntenonderzoek feitelijk en juridisch accuraat rapporteert en bij de uitvraag duidelijk en coulant is wordt hieraan voldaan. Wanneer de bank haar zorgplicht in acht neemt en rekening houdt met de positie van de cliënt wordt voldaan aan de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Er kan dan gesteld worden dat het belang dat de bank heeft om compliant te zijn zwaarder weegt dan het belang dat de cliënt heeft bij het behoud van de bankrelatie.
Suntel Telecom B.V. tegen DE VOLKSBANK N.V. (SNS) – 5 april 2022
Voortzetten bankrelatie. Bancaire zorgplicht. Maatstaven van redelijkheid en billijkheid
Hoger beroep Bekrachtiging eerste aanleg.
Medisch concern Polikliniek Holding tegen Rabobank – 27 juli 2021
Niet aannemelijk dat bank bij overgaan tot en uitvoering van cliëntenonderzoek uit hoofde van de Wwft onzorgvuldig heeft gehandeld. Opzegging kredietrelatie op grond van artikel 35 Algemene Bankvoorwaarden en artikel 5 lid 3 Wwft. Voldoende aannemelijk dat gebruikmaking van bevoegdheid tot opzegging van de kredietrelatie niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. #krediet #cash
Hoger beroep Bekrachtiging eerste aanleg.
Artikel AMLC